Het wapen van Eersel

Het wapen van Eersel

Wapen Eersel Nieuw
Wapen gemeente Eersel 1988
Zegel Schepenbank Eersel
Zegel Schepenbank Eersel 1254-1383

In 1988 werden de gemeente Eersel en de gemeente Duizel en Steensel samengevoegd. De nieuwe gemeente Eersel kreeg een nieuw wapen dat was gebaseerd op het oude wapen van de gemeente Eersel dat op zijn beurt is afgeleid van de schepenbankzegel uit 1254.

De voornaamste verschillen zijn dat het wapen werd ingekleurd en dat de lissen verdwenen. Ook verscheen een kroon boven het wapen.

Wapen Eersel Oud
Wapen gemeente Eersel 1817

Het wapen bestaat uit twee onderdelen. Een klein schildje, met in de bovenste helft de leeuw van Brabant, en in de onderste helft het wapen van het Kwartier van Kempenland. Het meest prominent is echter de burcht met drie torens. Dit is vreemd, want in Eersel is geen (spoor van) een burcht te vinden.

Merckelbach

Er is echter wel een legende bekend waarin de adellijke familie Merckelbach genoemd wordt. Zij zouden op ’t Hof gewoond hebben. De bekendste telg uit dit geslacht is Johannes Georgius Merckelbach die in 1648 bij het ondertekenen van de vrede van Münster aanwezig was.

Johannes Georges Merckelbach
Johannes Georges Merckelbach

Ter ere hiervan heeft de gemeente Eersel een straat naar hem vernoemd. De familie Merckelbach duikt weer op in een brief uit 1941 van burgemeester Petrus Panken (naar wie ook een straat is genoemd) aan Rudolf Merkelbach, waarin een stuk grond te koop wordt aangeboden. Hier zou vroeger het kasteel van de familie gestaan moet hebben. Panken vroeg hierin om ‘een behoorlijken koopprijs’ en ‘eene passende instandhouding, omwille van het geschiedkundig verleden’. De koop is echter nooit doorgegaan.

In datzelfde jaar wordt in het voormalig tijdschrift “Brabants Heem” het perceel genoemd: “Een nog bestaand bosrijk terrein met oude grachten genaamd Het Hof, fraai gelegen aan den breeden landweg van Eersel naar Hapert ten zuiden van Duizel.”

Gevonden stenen

De heer Panken verkocht het perceel uiteindelijk aan een landbouwer Bierings. Hierbij bedong hij dat alles wat nog uit de grond zou komen bij hem zou worden afgegeven. Omstreeks 1952 werd het stuk grond ontgonnen door diens schoonzoon, de heer Daemen. Deze verklaart later aan hystorici dat het perceel een hoger gelegen stuk grond was, omgeven door grachten. Bij de ontginning kwamen halfronde stenen tevoorschijn die op een hoop werden gegooid. Ze zijn nooit bij de heer Panken bezorgd, omdat ze op een ochtend spoorloos verdwenen waren.

Legende

Hendrick van Eyck
Hendrick van Eyck

Dit sluit aan bij de legende over het kasteel. Hierin wordt gesproken over de laatste eigenaar van het kasteel. Dit zou een enorme vrek geweest zijn die een pelgrim de deur wees, ondanks de waarschuwingen van zijn dochter. Daarna kwam rampspoed over het kasteel; de opbrengsten van de landerijen liepen terug en roversbendes stalen de bezittingen. De dochter zag hier de hand van god in en werd hiervoor door haar vader mishandeld. Tot op zekere nacht, in een storm, de duivel verscheen en het kasteel de diepte in trok. Vandaar dat nu niets meer van het kasteel te vinden is.

Een andere legende rond het kasteel verhaalt tevens over de dochter van de kasteelheer. Deze zou in ronde toren van het kasteel zijn opgesloten omdat zij een verboden relatie had met de zoon van de grootste concurrent van de kasteelheer, de Duizelse graaf Hendrick van Eyck. Volgens dit verhaal is de dochter door uithongering omgekomen.

In het boek ‘sagen en legenden uit Duizel en omstreken’ door meester C. Rijken speelt het kasteel eveneens een rol. Het is de basis voor een schouwspel uit 1948 van Piet Kwinten (een gouden burcht van naastenliefde). In dit verhaal wordt de burcht als leegstaand kasteel in de 17e en 18e eeuw opgevoerd compleet met menselijke skeletten en een schat van drie kisten vol goud.

Waarheid?

Het kasteel lijkt echt bestaan te hebben. Op een kadasterkaart uit 1832 is het perceel nog goed te herkennen. Perceel 71 was het verhoogde gedeelte in een moerasachtig perceel 71, waar de Duizelse Aa begon. De aanleg van de A67 heeft echter alle sporen uitgewist. Bij de aanleg van de snelweg, dwars over het perceel, werd de grond zodanig omgegooid dat sporenonderzoek zinloos is geworden.

Kaart kadaster Kasteel